Vorige week deed de rechtbank in Den Haag de allereerste uitspraak tegen een growshophouder die was gedagvaard omdat hij in strijd met het nieuwe growshopverbod zou hebben gehandeld. Het oordeel van de rechter luidde 3 maanden celstraf, Advocaat Veldman legt uit hoe het zover kon komen.
De toon is gezet, de Haagse rechtbank veroordeelde de eigenaar van de growshop tot maar liefst drie maanden gevangenisstraf. Het is jammer dat de verdachte in deze eerste uitspraak een belangrijk verweer niet heeft gevoerd en de rechtbank mede hierdoor de kans kreeg de eerste veroordeling uit te spreken. Hoogste tijd om de zaken op een rijtje te zetten in deze vakantiecolumn.
Ouderwetse growshop
Zoals de uitspraak zich laat lezen betrof deze zaak een ouderwetse growshop zoals we vandaag de dag eigenlijk nog zelden tegenkomen. Dat laatste is natuurlijk ook de bedoeling van deze nieuwe growshopwet. Deze zaak is mijns inziens niet representatief voor de tuincentra die vroeger als growshop door het leven gingen en tegenwoordig een gevarieerd assortiment leveren voor het moderne kleinschalige stadstuinieren, dat zich in een toenemende populariteit mag verheugen.
Deze zaak is mijns inziens niet representatief voor de tuincentra die vroeger als growshop door het leven gingen
De feiten
De eigenaar bood een assortiment aan dat bestond uit filters, afzuigers, lampen, een kweektent, strijkijzers, dompelpompen, thermostaten, airco’s, alarminstallaties, schakelautomaten, zware zekeringen, regelunits en een arsenaal aan elektrische attributen. Cannabiszaden waren niet aanwezig. Wel een boek over cannabisgerelateerde producten. Is dit een overtreding van het growshopverbod of is de link met de beroepsmatige teelt niet te leggen?
De verdedigingHet is onduidelijk of deze verdachte zich richtte op de kleine thuisteler, maar als dit zo was had dit absoluut moeten worden bepleit
In het strafrecht geldt als regel dat wat de advocaat niet aanvoert, onbesproken kan blijven. Alleen enkele formele regels van strafvordering moet de rechter verplicht toetsen. Voor het overige ligt de bal bij de verdediging.
Bij de beoordeling van het bewijs is de rechter vrij om te vinden wat hij ervan wil. Maar als de verdediging aanvoert dat de verkoop zich beperkt tot de kleine thuisteler en dit ook goed gemotiveerd kan uitleggen, dan moet de rechter daarop ingaan. Dit lees ik niet terug in de uitspraak en dat is erg jammer omdat de rechtbank verplicht was hierop in te gaan als de advocaat dit had betoogd. Wij hadden dan weer iets meer geweten over de manier waarop de rechter het growshopverbod interpreteert. Een gemiste kans.
Het requisitoirDe uitspraak
De rechtbank had niet veel moeite om de verweren van tafel te vegen. De verdachte heeft het mijns inziens dan ook niet erg handig aangepakt door slechts te ontkennen wat hij op Facebook had vermeld, namelijk: ik ben growshophouder. Dat de verdachte ernstige reden had te vermoeden dat de spullen voor beroepsmatige hennepteelt zouden worden gebruikt volgt, aldus het vonnis, uit de opsomming van het arsenaal aan kweekbenodigdheden en de omstandigheden waaronder de spullen zijn aangetroffen. Dit wordt zonder verdere omhaal van woorden als voldoende feitelijk beschouwd en wordt tot bewijs gerekend.
Hierbij merkt de rechtbank droogjes op dat het niet gaat om de beleving van de uitbater van de growshop (die over zichzelf zei dat hij een nette man is), maar dat het er slechts om te doen is of de verdachte met de aanwezigheid van alle spullen en de manier waarop hij zichzelf presenteerde ernstige reden had te vermoeden dat hij de beroepsmatige hennepteelt faciliteert. De voorwerpen en de omstandigheden eromheen zijn bepalend.
De bepalende omstandigheden
De eigenaar liep nog in een proeftijd voor een drugs-gerelateerd delict en profileerde zich tijdens de inval op Facebook als growshophouder, hetgeen hij al geruime tijd was.
Hij afficheerde zich ook na 1 maart jl. onmiskenbaar als growshop en had grote reclameborden op de gevel staan met de bedrijfsnaam gevolgd door: ‘Bio-G-Power en de slogan ‘The solution for growth and bloom’. Allemaal niet erg handig. De omstandigheid dat de verdachte zichzelf op Facebook als growshophouder profileerde deed hem dan ook geen goed. Het reclamebord op de gevel van zijn winkel deed de rest.
Het bewijs
De rechtbank overwoog dat het niet alleen ging om de grote hoeveelheid goederen, maar ook om de wijze waarop deze lagen uitgestald in rekken, met de onmiskenbare bedoeling de goederen te verkopen.
Een politieagent in burger hoorde onbekende mannen op straat tijdens de ontruiming van de growshop zeggen: ‘dit is toch een growshop’ en ‘verkopen jullie nog zaden, hennepzaad of stekjes’. Ook dit staat als verdachte omstandigheid vermeld. Hiermee was de veroordeling een feit.
De toekomst
Het nieuwe growshopartikel geeft in veel andere toekomstige zaken nog steeds grote kansen op een betere afloop dan deze eerste uitspraak. Het valt te hopen dat de verdachte in hoger beroep gaat.
We moeten intussen goed beseffen dat het verkopen van tuinaarde en voedingsmiddelen geen overtreding van het growshopverbod oplevert
Het verkopen van tuinaarde is natuurlijk nog steeds niet verboden in Nederland!
We moeten intussen goed beseffen dat het verkopen van tuinaarde en voedingsmiddelen geen overtreding van het growshopverbod oplevert. Uitbaters van tuincentra die een scala aan artikelen aanbieden ten behoeve van de hobby- en thuiskweker van biologische groenten, of aan mensen die maximaal vijf cannabisplanten voor eigen consumptie telen, hoeven zich met deze uitspraak geen zorgen te maken. Wel moet duidelijk zijn dat de artikelen alleen aan de kleine thuisteler worden geleverd.
De concrete omstandigheden per geval zullen toekomstig medebepalend zijn voor het antwoord of inderdaad aannemelijk is dat de winkelier zich daadwerkelijk richt op de kleine thuisteler die voor eigen gebruik zijn planten teelt of voor de teelt van biologische producten. Je moet als verdachte echter wel expliciet aanvoeren dat jouw nering zich beperkt tot de kleine thuisteler die voor eigen gebruik teelt. Er moeten geen aanwijzingen zijn dat de kopers behoren tot het beroepsmatige telersgilde, want dan gaat het mis.
Proefproces gevraagd
Het is voor alle betrokkenen van belang dat op korte termijn duidelijkheid ontstaat over de vele vragen die beantwoord moeten worden. Daarom heb ik het College van Procureurs-Generaal al enige tijd geleden gevraagd een proefproces te beginnen waarin verschillende vragen worden beantwoord. Op mijn verzoek zal op korte termijn een antwoord komen. Jullie lezen dus spoedig meer hierover.
Mr. Veldman
bron rollingstoned
De toon is gezet, de Haagse rechtbank veroordeelde de eigenaar van de growshop tot maar liefst drie maanden gevangenisstraf. Het is jammer dat de verdachte in deze eerste uitspraak een belangrijk verweer niet heeft gevoerd en de rechtbank mede hierdoor de kans kreeg de eerste veroordeling uit te spreken. Hoogste tijd om de zaken op een rijtje te zetten in deze vakantiecolumn.
Ouderwetse growshop
Zoals de uitspraak zich laat lezen betrof deze zaak een ouderwetse growshop zoals we vandaag de dag eigenlijk nog zelden tegenkomen. Dat laatste is natuurlijk ook de bedoeling van deze nieuwe growshopwet. Deze zaak is mijns inziens niet representatief voor de tuincentra die vroeger als growshop door het leven gingen en tegenwoordig een gevarieerd assortiment leveren voor het moderne kleinschalige stadstuinieren, dat zich in een toenemende populariteit mag verheugen.
Deze zaak is mijns inziens niet representatief voor de tuincentra die vroeger als growshop door het leven gingen
De feiten
De eigenaar bood een assortiment aan dat bestond uit filters, afzuigers, lampen, een kweektent, strijkijzers, dompelpompen, thermostaten, airco’s, alarminstallaties, schakelautomaten, zware zekeringen, regelunits en een arsenaal aan elektrische attributen. Cannabiszaden waren niet aanwezig. Wel een boek over cannabisgerelateerde producten. Is dit een overtreding van het growshopverbod of is de link met de beroepsmatige teelt niet te leggen?
De verdedigingHet is onduidelijk of deze verdachte zich richtte op de kleine thuisteler, maar als dit zo was had dit absoluut moeten worden bepleit
In het strafrecht geldt als regel dat wat de advocaat niet aanvoert, onbesproken kan blijven. Alleen enkele formele regels van strafvordering moet de rechter verplicht toetsen. Voor het overige ligt de bal bij de verdediging.
Bij de beoordeling van het bewijs is de rechter vrij om te vinden wat hij ervan wil. Maar als de verdediging aanvoert dat de verkoop zich beperkt tot de kleine thuisteler en dit ook goed gemotiveerd kan uitleggen, dan moet de rechter daarop ingaan. Dit lees ik niet terug in de uitspraak en dat is erg jammer omdat de rechtbank verplicht was hierop in te gaan als de advocaat dit had betoogd. Wij hadden dan weer iets meer geweten over de manier waarop de rechter het growshopverbod interpreteert. Een gemiste kans.
Het requisitoirDe uitspraak
De rechtbank had niet veel moeite om de verweren van tafel te vegen. De verdachte heeft het mijns inziens dan ook niet erg handig aangepakt door slechts te ontkennen wat hij op Facebook had vermeld, namelijk: ik ben growshophouder. Dat de verdachte ernstige reden had te vermoeden dat de spullen voor beroepsmatige hennepteelt zouden worden gebruikt volgt, aldus het vonnis, uit de opsomming van het arsenaal aan kweekbenodigdheden en de omstandigheden waaronder de spullen zijn aangetroffen. Dit wordt zonder verdere omhaal van woorden als voldoende feitelijk beschouwd en wordt tot bewijs gerekend.
Hierbij merkt de rechtbank droogjes op dat het niet gaat om de beleving van de uitbater van de growshop (die over zichzelf zei dat hij een nette man is), maar dat het er slechts om te doen is of de verdachte met de aanwezigheid van alle spullen en de manier waarop hij zichzelf presenteerde ernstige reden had te vermoeden dat hij de beroepsmatige hennepteelt faciliteert. De voorwerpen en de omstandigheden eromheen zijn bepalend.
De bepalende omstandigheden
De eigenaar liep nog in een proeftijd voor een drugs-gerelateerd delict en profileerde zich tijdens de inval op Facebook als growshophouder, hetgeen hij al geruime tijd was.
Hij afficheerde zich ook na 1 maart jl. onmiskenbaar als growshop en had grote reclameborden op de gevel staan met de bedrijfsnaam gevolgd door: ‘Bio-G-Power en de slogan ‘The solution for growth and bloom’. Allemaal niet erg handig. De omstandigheid dat de verdachte zichzelf op Facebook als growshophouder profileerde deed hem dan ook geen goed. Het reclamebord op de gevel van zijn winkel deed de rest.
Het bewijs
De rechtbank overwoog dat het niet alleen ging om de grote hoeveelheid goederen, maar ook om de wijze waarop deze lagen uitgestald in rekken, met de onmiskenbare bedoeling de goederen te verkopen.
Een politieagent in burger hoorde onbekende mannen op straat tijdens de ontruiming van de growshop zeggen: ‘dit is toch een growshop’ en ‘verkopen jullie nog zaden, hennepzaad of stekjes’. Ook dit staat als verdachte omstandigheid vermeld. Hiermee was de veroordeling een feit.
De toekomst
Het nieuwe growshopartikel geeft in veel andere toekomstige zaken nog steeds grote kansen op een betere afloop dan deze eerste uitspraak. Het valt te hopen dat de verdachte in hoger beroep gaat.
We moeten intussen goed beseffen dat het verkopen van tuinaarde en voedingsmiddelen geen overtreding van het growshopverbod oplevert
Het verkopen van tuinaarde is natuurlijk nog steeds niet verboden in Nederland!
We moeten intussen goed beseffen dat het verkopen van tuinaarde en voedingsmiddelen geen overtreding van het growshopverbod oplevert. Uitbaters van tuincentra die een scala aan artikelen aanbieden ten behoeve van de hobby- en thuiskweker van biologische groenten, of aan mensen die maximaal vijf cannabisplanten voor eigen consumptie telen, hoeven zich met deze uitspraak geen zorgen te maken. Wel moet duidelijk zijn dat de artikelen alleen aan de kleine thuisteler worden geleverd.
De concrete omstandigheden per geval zullen toekomstig medebepalend zijn voor het antwoord of inderdaad aannemelijk is dat de winkelier zich daadwerkelijk richt op de kleine thuisteler die voor eigen gebruik zijn planten teelt of voor de teelt van biologische producten. Je moet als verdachte echter wel expliciet aanvoeren dat jouw nering zich beperkt tot de kleine thuisteler die voor eigen gebruik teelt. Er moeten geen aanwijzingen zijn dat de kopers behoren tot het beroepsmatige telersgilde, want dan gaat het mis.
Proefproces gevraagd
Het is voor alle betrokkenen van belang dat op korte termijn duidelijkheid ontstaat over de vele vragen die beantwoord moeten worden. Daarom heb ik het College van Procureurs-Generaal al enige tijd geleden gevraagd een proefproces te beginnen waarin verschillende vragen worden beantwoord. Op mijn verzoek zal op korte termijn een antwoord komen. Jullie lezen dus spoedig meer hierover.
Mr. Veldman
bron rollingstoned
Comment